Moeder vaker onafhankelijk
Geplaatst op: 20-11-2019, 09:48:10
Steeds meer moeders zijn economisch zelfstandig. Verdiende in 2011 nog 57 procent van de vrouwen met partner en minderjarige kinderen minimaal 960 euro netto, in 2018 was dit toegenomen tot 65 procent. „Echt een opvallend grote stijging”, vindt CBS-hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen.
Moeders waren daarmee in 2018 nog vaker economisch zelfstandig dan de gemiddelde vrouw, van wie 62 procent minimaal het bijstandsniveau verdient, blijkt uit onderzoek door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
„Jongere vrouwen zijn hoger opgeleid en hebben ook een hoger salaris. Daardoor zijn zij sneller economisch zelfstandig”, verklaart Van Mulligen. Vrouwen die een kind krijgen, blijven ook steeds vaker werken, ook regelmatig hetzelfde aantal uren als voor de bevalling.
Mannen
Toch is dit nog altijd een stuk minder dan mannen, van wie ruim 80 procent aan dit salaris, het bijstandsniveau, komt. Dit percentage is al lang hetzelfde.
Bijna twee keer zo veel vrouwen (bijna 1,8 miljoen) als mannen (933.000) verdienen minder dan 960 euro netto per maand. Deze mannen zijn vaak alleenstaand en kunnen geen werk vinden of zijn bijvoorbeeld arbeidsongeschikt, zegt Van Mulligen. Zo’n 80.000 mannen hebben helemaal geen eigen inkomen en zijn dus volledig afhankelijk van de partner.
Scheidingen
De groep vrouwen in deze situatie is met zo’n 360.000 veel groter. „Dat is toch wel een probleem”, zegt Van Mulligen. „Niet zolang ze een partner hebben, maar we zien dat bijna vier op de tien huwelijken stukloopt. Dan kunnen deze vrouwen en mannen minder makkelijk in hun levensonderhoud voorzien en zijn ze afhankelijk van anderen.”
Vrouwen gaan er na een echtscheiding veel vaker flink in koopkracht op achteruit dan mannen: ongeveer een kwart, terwijl het verschil voor mannen niet noemenswaardig is, blijkt uit CBS-onderzoek uit 2017. Van de alleenstaande moeders is maar iets meer dan de helft (57 procent) economisch zelfstandig.
Bron: bijdrage van 20 november 2019 van Marlou Visser op www.dft.nl